Bijscholing/Voortgezette Opleiding

  • 1. Wie moet voortgezette opleiding volgen?
    Iedere dierenarts die diergeneeskundige handelingen stelt én ingeschreven is op de lijst van de Orde én verplicht is lidgeld te betalen, moet voortgezette opleiding volgen.
    Wat diergeneeskundige handelingen zijn, staat in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde (28 augustus 1991, Hoofdstuk 3).
    Bijgevolg moeten pas afgestudeerden maar voortgezette opleiding volgen vanaf het tweede jaar na het behalen van het diploma.
  • 2. Waar vind ik de wettelijke basis over de voortgezette opleiding voor dierenartsen?
    In de Code der Plichtenleer.
  • 3. Wanneer gaat de verplichting tot het volgen van voortgezette opleiding van start?
    De verplichting tot het volgen van voortgezette opleiding staat beschreven in de Code der Plichtenleer. Deze verplichting werd goedgekeurd door de Hoge Raad op 21 november 2012. Ze trad in werking op 1 januari 2013. Vanaf 1 januari 2013 moeten de bij punt 1 vermelde dierenartsen voortgezette opleiding volgen.
  • 4. Wordt zelfstudie aanvaard als volwaardige bijscholing?
    Zelfstudie, als alternatief voor volgen van bijscholing met boeking onder vorm van bijscholingspunten wordt aanvaard onder de voorwaarde een bijscholingsplan op te stellen en voor te leggen aan de CVO, de belangrijke geraadpleegde bronnen te registreren teneinde de zelfstudie te kunnen aantonen, en beschikken over een systeem waarmee de vergaarde kennis voor later gebruik kan uitgebaat worden.
  • 5. Is men verplicht bij te scholen over alle aspecten van de diergeneeskunde en over alle diersoorten of mag men ook al zijn bijscholingen toespitsen op één specifiek onderwerp of op één bepaalde diersoort?
    Een dierenarts moet voortgezette opleiding volgen in overeenstemming met zijn beroepsactiviteiten en dit met de bedoeling kwaliteitsvolle diergeneeskunde aan te bieden. Behandelt men uitsluitend vogels dan mag men al zijn bijscholingen hierop toespitsen. Wanneer men echter bijkomend ook andere diersoorten behandelt, dan is het aangewezen om uw voortgezette opleidingen te verdelen over al deze diersoorten. Aangezien de aangenomen dierenarts tevens deel uitmaakt van de diergeneeskundige dienst aan de maatschappij, dient deze zich op de hoogte te houden van alle wetgeving, wetenschappelijke informatie, berichtgeving aangaande de materie waarmee de dierenarts kan geconfronteerd worden bij de uitoefening van zijn beroep. Niet limitatief behelst dit voedselveilighied, besmettelijke dierziekten, zoonosen, emergente ziektes, dierwelzijn, one health.
  • 6. Tellen (e-)boeken, tijdschriften en e-learning mee voor bijscholingspunten? Hoe wordt dit berekend? Wat met gratis boeken? Kostprijs met of zonder eventuele korting? Wat met boeken of tijdschriften inbegrepen in het lidmaatschap?
    Wetenschappelijke boeken en tijdschriften, wat ook de informatiedrager is, tellen voor 1 BP per volledige schijf van 30 euro. Het totaal aantal BP en EBP, behaald via webinars, e-learning en wetenschappelijke boeken of tijdschriften, mag maximaal 60% bedragen van de te behalen bijscholingspunten. Gratis boeken, tijdschriften, boeken en tijdschriften welke inbegrepen zitten in het lidmaatschap van een vereniging of van een beroepsorganisatie of e-learning tellen mee als 2 BP per boek, en 2 BP per gratis tijdschrift gedurende een jaar, en 2 BP per uur besteed aan e-learning tenzij anders beslist door de commissie voortgezette opleiding na evaluatie. Deze beslissing is definitief.
  • 7. Tellen werkgroepvergaderingen mee als bijscholingsuren?
    Als het kwaliteitsniveau van de werkgroepvergadering voldoet aan de kwaliteitsnormen voor voortgezette opleiding zoals beschreven in de bijlagen aan de Code der Plichtenleer, dan tellen deze uren mee als BP. De organisator van de werkgroepvergadering bezorgt dan aan de NGROD een aanwezigheidslijst en een gedetailleerd programma. De deelnemers krijgen een aanwezigheidsattest op naam met vermelding van het aantal uren gevolgde opleiding en een gedetailleerd programma.
    Werkgroepvergaderingen kunnen ook in aanmerking komen voor EBP als de organisator van de werkgroepvergadering hiervoor de nodige erkenning vooraf aanvraagt bij de NGROD volgens de te volgen procedure. Een bijzondere vorm van werkgroep zou kunnen zijn: de LOK of lokale kwaliteitsgroep. Deze werkgroep wordt opgericht op lokaal niveau, streekgebonden en bespreekt alle problematieken welke bij het uitoefening van het beroep aan bod kunnen komen. Na iedere vergadering wordt een verslag opgemaakt De oprichting van een werkgroep wordt gemeld aan de CVO. Het is niet de bedoeling om spreekbeurten in te richting alhoewel een externe spreker bondig een bepaald onderwerp kan uiteenzetten ter inleiding van de besprekingen. Deze LOK is een verplicht gegeven bij de geneesheren, in het huidig stadium niet bij dierenartsen.
  • 8. Wanneer ik als dierenarts zelf les geef aan derden, wordt dit dan aanzien als bijscholingsuren?
    Als het kwaliteitsniveau van de lessen voldoet aan de kwaliteitsnormen van voortgezette opleiding zoals beschreven in de bijlagen aan de Code der Plichtenleer, tellen deze uren mee als uren bijscholing. Deze kunnen omgerekend worden naar bijscholingspunten à rato van 1 uur les is 1 BP. De lesgever zorgt er zelf voor dat hij de nodige bewijsstukken bijhoudt. Het geven van lessen komt nooit in aanmerking voor Erkende BijscholingsPunten (EBP).
  • 9. Tellen buitenlandse bijscholingen mee als bijscholingsuren?
    Als het kwaliteitsniveau van de buitenlandse bijscholingen voldoet aan de kwaliteitsnormen van voortgezette opleiding zoals beschreven in de bijlagen aan de Code der Plichtenleer, dan tellen deze uren mee als BP à rato van 1 uur les is 1 BP. De dierenarts zorgt er zelf voor dat hij de nodige bewijsstukken (programma, tijdsduur, aanwezigheidsattest of factuur) bijhoudt.
    Buitenlandse bijscholingen komen voorlopig niet automatisch in aanmerking voor EBP. Dit kan wel als de buitenlandse opleidingsverstrekker voor zijn bijscholing vooraf EBP aanvraagt bij de NGROD.
  • 10. Tellen opleidingen gegeven door commerciële firma’s mee als bijscholingspunten.
    Aan deze opleidingen kunnen slechts EBP worden toegekend indien deze werden aangevraagd via de te volgen procedure.
    Opleidingen, gegeven door commerciële firma’s, waarvoor geen EBP aangevraagd werden, kunnen toch meetellen als uren bijscholing à rato van 1 uur les is 1 bijscholingspunt. De dierenarts zorgt er in dit geval zelf voor dat hij de nodige bewijsstukken (programma, tijdsduur, aanwezigheidsattest) bijhoudt.
  • 11. Tellen de bijscholingen die ik volg in Wallonië ook mee voor de NGROD?
    De Code der Plichtenleer is opgesteld door de Hoge Raad. De verplichting voor dierenartsen tot het volgen van voortgezette opleiding geldt nationaal. De bevoegde Gewestelijke Raad ziet toe op de toepassing van de Code. BP en EBP behaald in Wallonië worden door de NGROD aanvaard.
  • 12. Wat mag men in rekening brengen voor het schrijven van een wetenschappelijk artikel?
    Vijf BP per “peer reviewed “ wetenschappelijk artikel.
  • 13. De registratie van de gevolgde bijscholingen is mogelijk op het AXI programma van de NGROD. Niettemin, in overeenstemming met de General Data Protection Regulation wetgeving, is deze inbreng NIET verplichtend. Reeds ingebrachte informatie kan tevens op aanvraag worden verwijderd.
  • 14. Stagemeesters
    Stagemeesters ontvangen, voor de begeleiding, 1 EBP voor een stage van 1 week en 2 EBP voor een stage van 4 weken, met een maximum van 10 EBP per stagegever en per jaar.
  • 15. Opleiding vakdierenarts
    Na de opleidingscessie worden de deelnemers gecrediteerd met 60 EBP door het secretariaat van de NGROD na aanvraag door het IPV, en te spreiden over de 3 jaar bijscholing. Nadien gelden terug de gewone normen voor bijscholing.

Contracten tussen dierenartsen en/of derden

  • 1. Moet mijn contract worden voorgelegd aan de Orde?
    Alle contracten die dierenartsen aangaan en die de uitoefening van de diergeneeskunde tot doel hebben, dienen voorafgaandelijk te worden opgestuurd naar de Orde. De Commissie Contracten kan adviezen verstrekken en meewerken aan de definitieve versie ervan die dan ter goedkeuring aan de Gewestelijke Raad wordt voorgelegd.
  • 2. Hoe verloopt de behandeling van een voorgelegd contract?
    De volledige procedure is terug te vinden onder de rubriek "Contracten/Informatie" .
  • 3. Zijn er voorbeeldcontracten te verkrijgen?
    De voorbeeldcontracten vindt u terug in de rubriek "Contracten/Voorbeeldcontracten".

Diergeneeskundige structuren

  • 1. Wat is een dierenkliniek?
    Een dierenkliniek is een diergeneeskundige structuur die voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in de Code der Plichtenleer. Een dierenkliniek wordt om de twee tot drie jaar door afgevaardigden van de NGROD gecontroleerd. Indien de structuur niet meer aan de voorwaarden voldoet, kan de benaming "dierenkliniek" worden ingetrokken.
  • 2. Hoe kan ik een dierenkliniek opstarten?
    Indien de structuur reeds bestaat dient een aanvraag voor erkenning tot dierenkliniek te worden gericht aan de NGROD. Een afvaardiging van de NGROD zal ter plaatse komen kijken of aan alle vereisten van een dierenkliniek wordt voldaan. Eens de Raad haar goedkeuring heeft gegeven mag de benaming "Dierenkliniek" worden gebruikt. Indien de structuur nog moet worden gebouwd, kunnen de plannen op voorhand worden voorgelegd aan de NGROD.
  • 3. Wat is een dierenartsencentrum (DAC)?
    Een DAC is een diergeneeskundige structuur die voldoet aan de voorwaarden zoals bepaald in de Code der Plichtenleer.
  • 4. Hoe kan ik een Dierenartsencentrum (DAC) opstarten?
    Wie een DAC wenst op te starten, doet een aanvraag bij de NGROD. Er dient een "Aanvraagformulier" te worden ingevuld waarop men verklaart dat de structuur voldoet aan de voorwaarden bepaald in de Code der Plichtenleer. Een afvaardiging van de NGROD zal ter plaatse komen kijken of aan alle vereisten van een DAC wordt voldaan. Eens de Raad haar goedkeuring heeft gegeven mag de benaming "Dierenartsencentrum" worden gebruikt.

Lidmaatschap

  • 1. Wie moet er lid zijn van de Orde?
    Alle dierenartsen die in België diergeneeskundige handelingen stellen, moeten lid zijn van de Orde der Dierenartsen. Dit geldt ook indien men enkel eigen dieren of dieren van vrienden of familie behandelt.
  • 2. Hoeveel bedraagt het lidgeld?
    Het lidgeld wordt jaarlijks bepaald door de Hoge Raad en werd in 2021 behouden op 200 EUR. Dit bedrag is niet deelbaar en blijft onveranderd of men zich nu inschrijft op 1 januari of later in het jaar. Pas afgestudeerde dierenartsen dienen in het jaar van afstuderen en het eerst daarop volgende jaar geen lidgeld te betalen.
    Het IBAN rekeningnummer waarop het lidgeld kan worden betaald, is BE71 7360 5427 2069; BIC: KREDBEBB. Gelieve steeds gebruik te maken van de gestructureerde mededeling. In het andere geval vermeldt u steeds uw naam en de reden van betaling (lidgeld, herinschrijving, ...).
  • 3. Hoelang duurt het om mij in te schrijven?
    Eens alle nodige documenten zijn ontvangen, wordt de inschrijving binnen de 7 werkdagen verwerkt.
  • 4. Hoe kan ik een bewijs van inschrijving bekomen?
    Elke dierenarts krijgt een bewijs bij zijn inschrijving. Wie later opnieuw een bewijs van inschrijving nodig heeft, kan dit aanvragen op het secretariaat.
  • 5. Wanneer kan ik de eed afleggen om als dierenarts te worden erkend door de overheid?
    De eedaflegging wordt georganiseerd door de FOD Volksgezondheid. Inlichtingen hieromtrent kan u bekomen bij mevrouw Greta Lennartz op het nummer 02/524.73.02. Het kan tot zes weken duren vooraleer u uw eed kan afleggen.
  • 6. Hoe verloopt de procedure als ik in België werk en een buitenlands Europees diploma heb?
    1. Eerst dient u uw buitenlands Europees diploma te laten erkennen door de Belgische overheid. Hiervoor kan u best contact opnemen met mevrouw Greta Lennartz (02/524.73.02). Eens het diploma is erkend, krijgt u van de overheid een attest omtrent het recht van vestiging. Een kopie van dit attest dient tevens aan de Orde te worden overgemaakt, samen met de andere documenten voor inschrijving.
    2. Nederlanders die nog in Nederland zijn gedomicilieerd, vragen een bewijs van goed gedrag en zeden aan bij het Nederlandse Ministerie van Justitie / Aanvraagformulier Verklaring Omtrent het Gedrag - Natuurlijke Personen (of kortweg Aanvraagformulier VOG NP) . Dit attest moet deels door de Orde worden ingevuld.
    3. Daarna volgt u de normale procedure die terug te vinden is onder de rubriek "Her(inschrijving/Informatie".
  • 7. Hoe kan ik in België werken met een buitenlands niet-Europees diploma?
    Voor de erkenning van een diploma afkomstig van een land buiten Europa dient u contact op te nemen met NARIC (http://www.ond.vlaanderen.be/naric/nl/). Eens u een herkenning heeft gekregen van NARIC, volgt u de normale procedure die terug te vinden is onder de rubriek "(Her)inschrijving/Informatie".
  • 8. Waar kan ik mijn depotnummer aanvragen?
    U kan uw depotnummer aanvragen bij het FAGG. Het nodige document hiervoor is terug te vinden op de website van het FAGG (www.fagg.be - diergeneeskundig gebruik - distributie en aflevering - dierenartsendepot).
  • 9. Waar kan ik mijn voorschriftenboekjes bestellen?
    Voorschriftenboekjes kunnen worden besteld bij: Dierengezondheidszorg Vlaanderen - Hagenbroeksesteenweg 167 - 2500 Lier - 078/05.05.24

Titels

  • 1. Wanneer mag ik de titel “Dr.” gebruiken?
    Dierenartsen die afgestudeerd zijn vóór 1994 mogen de titel “Dr.” of “Doctor” voeren. Dierenartsen die in 1994 zijn afgestudeerd of daarna, mogen enkel de titel “Dierenarts” voeren.
  • 2. Hoe kan ik de titel “Dierenarts” afkorten?
    Er bestaat geen officiële afkorting voor de titel “Dierenarts”. Sommigen gebruiken da., anderen d’arts. De afkorting Drs. kan echter niet gebruikt worden omdat dit staat voor ‘doctorandus’, iemand die bezig is met het behalen van een doctorstitel.
  • 3. Wanneer kan ik “DVM” gebruiken?
    De uit Amerika en Canada afkomstige titel “Doctor of Veterinary Medicine”, afgekort “DVM” mag enkel gebruikt worden door dierenartsen die de titel “Dr.” mogen voeren. Dierenartsen die hun beroep wensen bekend te maken in het kader van internationale communicatie kunnen na hun naam wel de Europese term “Veterinary Surgeon” en, indien afgestudeerd als Master, de afkorting “MVetMed” plaatsen.
  • 4. Wat is een rijksdierenarts en wat is een erkend dierenarts?
    De titel “Rijksdierenarts” bestaat niet meer. Deze titel werd vervangen door de titel “Erkend dierenarts”. Een dierenarts die erkend is, heeft de eed van dierenarts voor de overheid afgelegd en mag meewerken aan de uitvoering van wets- en verordeningsbepalingen (epidemiologisch toezicht, bedrijfsbegeleiding, toezicht op kennels, elektronische identificatie, rabiësvaccinatie e.d.).
  • 5. Wat is een vakdierenarts?
    Een dierenarts mag zich vakdierenarts in een bepaalde diergroep noemen als hij de opleiding tot vakdierenarts in deze discipline aan de faculteit Diergeneeskunde te Gent succesvol heeft beëindigd. De opleiding tot vakdierenarts duurt drie jaar.
  • 6. Wat is een specialist?
    Een specialist is een dierenarts die na een 3-jaar durende opleiding met goed gevolg een examen heeft afgelegd bij een Europees College. Alleen dierenartsen met een dergelijk diploma mogen de titel 'specialist in ...' voeren. Meer uitleg vindt u terug bij de rubriek 'Publiek' onder 'Specialisten/Vakdierenartsen'.
  • 7. Welke titels mogen er nog worden gebruikt?
    Door de overheid erkende opleidingstitels mogen steeds in hun officiële benaming worden gebruikt mits behalen van het diploma.